FERNANDO PESSOA
 
Volkskrant | vrijdag 27 december 2002. Gewijzigd | vrijdag 10 januari 09:59 uur.

Wees koning van jezelf
Aleid Truijens

RICARDO Reis werd op 19 september 1887 geboren. Hij had een 'matbruine' huidskleur, ging school bij de jezuïeten, studeerde medicijnen en vertrok in 1919, 'wegens monarchistische sympathieën' naar Brazilië. Hij was latinist en 'semi-hellenist', en schreef een groot aantal Horatiaanse oden. Als dichter was hij een leerling van Alberto Cairo, een landman zonder opleiding, die simpele, boerse natuurgedichten schreef.

Ricardo Reis heeft nooit geleefd, maar bestaan heeft hij wel. Net als Alberto Cairo trouwens. Zij ontsproten aan de geest van de grote Portugese dichter Fernando Pessoa (1888-1935). Bij leven publiceerde deze kantoorklerk uit Lissabon slechts enkele werken. Na zijn dood werd op zijn huurkamer een kist aangetroffen met 27 duizend volgekrabbelde velletjes. Uit die chaos kon een kolossaal oeuvre worden samengesteld. Niet dat van één dichter, maar van zo'n 25 'heteroniemen' - afzonderlijke 'schrijverspersoonlijkheden' met elk een eigen stijl en woordkeus. Pessoa had al deze dichters, van wie Alberto Cairo, Ricardo Reis en de 'scheepsbouwkundige' Álvaro de Campos de belangrijkste waren, voorzien van een biografie, en vaak een horoscoop.

'Een drama in mensen' wilde hij maken. Zijn schrijvers waren personages in één groot verhaal. Maar ook al 'kennen' de heteroniemen elkaar - Campos schreef bij de dood van Cairo een intens verdrietige necrologie -, veel drama ontwikkelde er zich niet tussen hen. De tobberige klerk die zijn denken niet kon stopzetten, had zichzelf uitgesmeerd over tientallen anderen. Maar de angst voor de dood, het gordijn waarachter zich de 'echte wereld', maar misschien ook wel Niets zou openbaren, werd er niet minder op. 'O waarheid, vergeet mij!', dichtte hij. Op zijn 47ste stierf hij. Hij had zich doodgedronken.

'Indien er, sinds Camões, één Portugese dichter is geweest voor wie het de moeite loont Portugees te leren, is het Fernando Pessoa', schrijft August Willemsen in zijn monografie over de dichter, Het ik als vreemde. Hij schreef het boek in 2000 als inleiding op een groots project, de vertaling van het volledige werk van Pessoa. Onlangs verscheen zijn vertaling van de Oden van Ricardo Reis, het vijfde deel in de Pessoa-reeks van De Arbeiderspers.

Voor Willemsen was Pessoa de ontdekking van zijn leven. Hij vertaalde een groot aantal gedichten en nam ze op in een bloemlezing, die in 1978 insloeg als een bom. Voor dichters en poëzieliefhebbers was de bundel een openbaring. Maar ook mensen die zelden poëzie lazen, werden door deze gedichten getroffen.

De dichter van transparante, onthutsende regels als 'Ik ben niets, kan niets, volg niets na', en 'Het leven is de buitenkant van de dood', bleek mensen over de hele wereld in de ziel te raken.

De Oden behoren tot het minst bekende deel van het oeuvre. Reis is geen populair heteroniem. 'Een kouwe kikker' noemt Willemsen hem in zijn nawoord. Hij spreekt minder tot de verbeelding dan de sereen onkruid wiedende Cairo, voor wie een koe een koe was, en die om die reden in 1914 moest sterven; hij was een eindstation. Ook Campos, een gevoelsmens, hystericus bij vlagen, is goed te volgen. De analytische Reis die in streng-klassieke vormen leefregels uitvaardigt voor een kalm, gelaten bestaan, is bijna afschrikwekkend onaangedaan.

Maar hoe meesterlijk eenvoudig is deze 'kille' poëzie. De oden staan op de linkerpagina in het Portugees, en op rechterpagina's in het kristalheldere, uitgebeende Nederlands van Willemsen. Vaak zijn ze in de gebiedende wijs geschreven. 'Heb niets in je handen, noch/ Een herinnering in je ziel'; 'Wees niet meer dan de sokkel voor jezelf/ Waarop je 't standbeeld van je wezen zet.'; 'Ga zitten in de zon. Doe afstand/ En wees koning van jezelf.' Met zulke als een mantra herhaalde bezweringen helpt Reis ons de tocht door het leven te doorstaan. Zonder liefde, zonder gemis, met een glimlach toegevend aan kleine genietingen. Om aan het eind te constateren: 'Wij zijn verhalen/ Die verhalen van verhalen, wij zijn niets.'

Reis lijkt op de naïeve Cairo. Toch verschilt hij wezenlijk van hem. Reis is zich bewust van zijn wanhoop, maar wenst die eronder te houden. Zijn stoïcisme is beredeneerd. Daarom had Pessoa hem nodig, als een oudere, evenwichtige broer. Pessoa beschouwde zichzelf als een incident, een lukraak op aarde geworpen doorgangshuis, gedoemd tot zinloos denken. Bij de rationele Reis kon hij zijn vragen veilig onderbrengen. Deze dichter ontkende het mysterie niet, maar hij kon ermee leven.

Ogenschijnlijk. Want uiteindelijk bleven alle heteroniemen natuurlijk afsplitsingen van Pessoa zelf. Allemaal behept met dezelfde obsessies. Dat was zijn tragiek, schrijft Willemsen in Het ik als vreemde: de wensdroom een ander te zijn, kon niet uitkomen. De hele onderneming was tenslotte niet meer dan een vernuftig spel. Maar, schrijft Willemsen, wellicht ligt de grote waarde van dat werk 'juist ín die mislukte verlossing, (. . .) het besef van de onmogelijkheid het leven te leven'.

Je zou kunnen zeggen dat Pessoa's heteroniemen een koor vormen dat in verschillende stemmen radeloosheid bezweert - loepzuiver en verstaanbaar. 'Het bijzondere aan deze schrijver', zei Willemsen in een interview in de Volkskrant, 'zijn niet zijn heteroniemen. Het bijzondere is dat het allemaal zo mooi is en zo goed.'

Naarmate Pessoa ouder werd, gingen zijn afsplitsingen meer op elkaar lijken. Willemsen maakt onderscheid tussen de vroege, streng-klassieke Reis, en de latere Reis-Pessoa. Vlak voor zijn dood in 1935 gebruikte Pessoa Reis' stem om zijn obsessie nog één keer te verwoorden. Het werd zijn beroemdste gedicht. Willemsen vertaalde het volmaakt:

In ons leven tallozen;
Ik weet niet, als ik denk
Of voel, wie denkt of voelt.
Ik ben de plaats slechts waar
Gevoeld wordt of gedacht.
Ik heb meer dan één ziel,
Meer ikken dan ikzelf.
En niettemin besta ik,
Voor allen onverschillig.
Ik maak hen stil: ik spreek.
De kruisgewijze impulsen
Van wat ik voel of niet voel,
Twisten in wie ik ben.
Ik ken ze niet. Zij zwijgen
Tot wie ik mij ken: ik schrijf.

Ricardo Reis [Fernando Pessoa]: Oden.
Vertaald uit het Portugees door August Willemsen.
De Arbeiderspers; 473 pagina's; € 32,95.
ISBN 90 295 3646 2.

 
www.zeekomkommer.nl